Een plafonnetje witten en de wanden van de woonkamer sauzen. Veel mannen draaien hun hand daar niet voor om. Ik behoor niet tot die categorie. Ik zie er tegenop. Het beïnvloed mijn stemming. Maar het moet een keer gebeuren, dat weet ik ook wel. Mijn vrouw is goed in het uitzoeken van de juiste kleuren. Bovendien neemt zij het lakwerk voor haar rekening. We hebben er samen een paar dagen vrij voor genomen. Altijd weer blijkt, dat ze bij de verffabriek niet kunnen rekenen. “2,5 liter = 25 m2” staat er op het blik. Ons wandje is nog geen 20 m2. Dan heb je aan een blik genoeg, zou je denken. Zeker als dat blik van Flexa is en er een logo op staat met de tekst “HD Color Technology”. Maar op dag twee rijdt deze jongen toch nog maar een keer naar de Gamma voor een extra blik. “Doe ook nog maar een blik lak”, zegt mijn vrouw. “Die rotzooi dekt voor geen meter.” De stemming zit er al lekker in. De witte lak blijkt op onze deuren een lichtblauwe uitstraling te hebben. Maar om nu alles weer over te doen… Binnen een half uurtje ben ik alweer terug en kunnen de oude verfkleren aan. “Krijg nou wat! Het is niet de goede lak. Het is wel wit, maar een ander nummer. Gloeiende!” Terug naar de Gamma. Als ik de parkeerplaats oprijd, merk ik dat mijn oude verfbroek aanheb en mijn portemonnee nog in die andere broek zit. Rondje van de zaak, zullen we maar zeggen. Om 11:00 uur gaan dan toch de blikken verf weer open. Op de avond van dag drie kunnen de schilderijtjes weer opgehangen worden. Het is gelukt. We praten nog normaal tegen elkaar en schenken onszelf maar een borrel in. Dat verzacht de pijn in de spieren misschien een beetje.