Het valt mij op dat er veel naaktslakken oversteken. Tergend langzaam kruipen ze over het fietspad, van de ene berm naar de andere. Het kost mij moeite om ze allemaal te sparen. Is het de tijd van het jaar? De zon staat laag. Het begint al een beetje te schemeren. Zou dat het zijn? Komen die beestjes ’s avonds pas in actie? Of ligt het aan de temperatuur? Het is nog heerlijk buiten. Het was een mooie zomerse dag. Het zijn van die vragen waar ik geen antwoord op heb en die te onbelangrijk zijn om op te zoeken. Er valt mij nog iets op: De auto’s. Meteen bij het eerste verkeerslicht scheurt er al eentje weg, met gierende banden. Onderweg rijden er nog een paar veel te hard voorbij. Van die scheefzitters. U kent ze waarschijnlijk wel. Meestal jonge jongens, petje achterstevoren op het hoofd en de linkerhand boven op het stuur. De rechter hand rust ergens op de passagiersstoel of op de versnellingspook, waardoor de romp licht naar rechts leunt. Het is vrijdagavond, het begin van het weekend. Dat zou wel eens de reden voor die automobilisten kunnen zijn om het gaspedaal lekker diep in te trappen. Als ik die avond om even voor twaalf uur mijn bedje inkruip, is het een komen en gaan van sirenes. Daar is iets goed mis, denk ik nog. De volgende dag lees ik op mijn telefoon wat er aan de hand was. Een paar straten verder zijn twee auto’s van de weg geraakt. De één is tegen een boom tot stilstand gekomen. De andere is door de berm gereden en heeft zich in een geparkeerde auto geboord. Getuigen denken aan een straatrace. De brandweer moest twee mannen uit de auto zagen. Ze waren 52 en 61 jaar en hadden waarschijnlijk geen petje op. De andere auto werd bestuurd door een jongen van 20 en zou zomaar eens scheef achter het stuur hebben kunnen zitten.
Ik weet nog steeds niet waarom naaktslakken op een mooie zomerse vrijdagavond het fietspad oversteken, maar ik weet wel dat je op zo’n avond maar beter je kinderen binnen kunt houden. Veel te gevaarlijk.