Laten we het eens ergens anders over hebben, moet ook Jesse Klaver gedacht hebben. “Ik word zo langzamerhand schijtziek van dat coronagelul. In maart zijn de verkiezingen en de enige die er een beetje profijt van heeft, is die bal van Rutte. We moeten het over een andere boeg gooien.” Zo zal het ongeveer gegaan zijn tijdens het overleg van het campagneteam. Natuurlijk werd de kaart van het milieu als eerste op tafel gegooid. Ook de zorg en het onderwijs werden geopperd, maar Jesse werd er niet warm van. “Allemaal uitgekauwde onderwerpen, daar gaan we de oorlog niet mee winnen. We moeten het hebben van de jeugd. Die vinden mij leuk, die herkennen zich in mij. Ik zie er goed uit en ik ben ook nog een beetje multi culti. Weet je hoeveel van die kinderen er straks voor het eerst mogen gaan stemmen?” Jesse heeft zijn huiswerk gedaan en hoeft niet op het antwoord te wachten. “Een stuk of achthonderdduizend! Achthonderdduizend, weet je hoeveel zetels dat zijn? Zeker acht. Man, we kunnen gewoon de grootste partij worden. Jesse for President!” Er werd een beetje schaapachtig gelachen, want iedereen wist dat Jesse geen grapjes maakt. “Kom op met jullie ideeën.” De jeugd is zielig. De jeugd lijdt het meest onder de coronamaatregelen. Misschien moeten we daar iets mee doen? Veel meer kwam er niet. “Hoe kan je die lui nou blij maken?” riep Jesse na een half uur geërgerd. “Juist, met geld.” Dat had Jesse al lang bedacht. Hij is niet voor niets de leider. “Iedereen die achttien jaar wordt krijgt tienduizend euro. En daar mag je mee doen wat je wilt. Wat vinden jullie daarvan?” Eerst hilariteit, daarna een ongemakkelijke stilte. Er volgde wat gesputter. “Waar gaan we dat van betalen?” “Hallo, wij zijn Groenlinks, sukkel”, had Jesse geroepen. “Heb jij de films van Robin Hood nog nooit gezien. Ik bèn Robin Hood. Stelen van de rijken en uitdelen aan de armen. Onthoud dat nou eens een keer.”
Op het partijbureau van Groenlinks wordt nu ruzie gemaakt. Wie gaat de vrouw van Jesse bellen? Dat abonnement op Netflix moet zo snel mogelijk opgezegd worden.