Wie maakt er nou op vrijdag de dertiende een afspraak bij de tandarts? Het viel mee. Geen gaatjes, alleen een beetje tandsteen wegslijpen. Ook bij de supermarkt gaat het voorspoedig. De lege-flessen-inname-automaat werkt gewoon en bij de kassa loopt het soepeltjes door. Zelfs de trein brengt mij zonder vertraging naar Amsterdam. Om negen uur zit mijn werkdag er bijna op. Nog even een printje van de dagomzet maken. De printer spuugt een maagdelijk wit velletje uit. Nee hè, de inkt is op. Waarom nou? Nou ja, als de tram een beetje opschiet, dan haal ik mijn trein nog wel. Het info scherm bij de halte zegt al vijf minuten dat de tram er over één minuut aankomt. Ik moet nu beslissen. Lopen of wachten? Ik ga lopen. Met de tong op mijn schoenen stap ik in de trein. Zie je nou wel. Niks aan het handje alles gaat goed. Na een half uurtje gaat mijn telefoon. “Met filiaal Damrak. De printer doet het niet.” Vijf minuten later komt de conducteur langs en begint omstandig uit te leggen dat de pasfoto op mijn OV kaart er bijna afgesleten is. “Ze zijn inderdaad niet zo krasvast, die kaarten van jullie.” De conducteur kan mijn opmerking niet waarderen en wijst mij er serieus op dat ik persoonlijk verantwoordelijk ben voor de kaart. Ik knik en houd mijn mond. Het is tenslotte nog steeds vrijdag de dertiende, voor je het weet loopt het uit de hand. Zonder verdere tegenslag bereik ik station Schiedam. Dit is niet te geloven. De ketting ligt eraf! Ik weet zeker dat hij er vanmiddag nog om lag. Ik heb door de stalling gefietst tot aan het fietsenrek. Het zal het mysterie van deze vrijdag wel zijn. Met een paar zwarte handen stap ik dan toch op de fiets. Onderweg kan ik nog net uitwijken voor een dode eend, die midden op het fietspad ligt. Hij heeft deze dag niet overleefd. Ik wel, tot nu toe. Om een uur of half twaalf plof ik op de bank. Nog een half uurtje. Ik ben niet bijgelovig, maar op vrijdag 13 juli heb ik alvast een vrije dag ingepland, dan zit ik in het zonnetje in de tuin. De hele dag.