Het zal toch niet waar zijn hè! Terwijl ik naar het station fiets, staan er bij het kruispunt ineens weer twee verkeerslichten. Dat grapje heb ik in juli ook al eens meegemaakt. Het is de maandag nadat Feyenoord aartsrivaal Ajax helemaal van de mat getikt heeft. Ik stond vanochtend op met een lichte hoofdpijn. Het was geen kater van gisteren. Ik heb het bij één biertje gelaten. We zijn al lang gewend aan het succes. En toch is het twee keer zo druk als normaal op het fietspad. Ik zie alles en iedereen dubbel. Zomaar, van de ene op de andere dag. De vorige keer was het na een week weer klaar. Maar ik zit helemaal niet te wachten op al die extra verkeerslichten. Ik weet zeker dat het mis gaat als ik probeer om er tussendoor te fietsen. Daarom zit ik op dinsdag weer bij de oogarts. De diagnose wordt aangepast van geknapte haarvaatjes onder de hersenpan, waardoor de oogspiertjes tijdelijk verlamd raken naar clusterhoofdpijn, mogelijk als gevolg van stress. “Maar ik heb geen stress, dokter.” “Zorg dat u goed slaapt, neem gerust pijnstillers tegen de hoofdpijn, dan zal het deze keer ook wel weer overgaan.” Met een sticker op één brillenglas verlaat ik het ziekenhuis weer. De sticker zorgt ervoor dat ik niet iedereen dubbel zie. Jammer, denk ik als ik de receptioniste passeer.
Ondertussen had ik nog een MRI-scan tegoed en die leverde diagnose nummer drie op. “We zien op de scan een probleem bij de hypofyse.” Hypofyse? Nooit geweten dat ik die had. Hij schijnt ongeveer zo groot te zijn als een doperwt en is nogal belangrijk voor je hormoonhuishouding. De dokter zegt dat daar dus een gezwel aangroeit dat waarschijnlijk tegen de oogzenuw aandrukt. En daardoor ben ik al twee weken zo scheel als een otter. De neuroloog schakelt nu de internist in en ik mag ook nog een keer langs bij de oogarts. De medische molen draait. Dikke kans dat door al dat gedoe mijn Praatjes wat schaarser worden. Ik hoop dat u mij dat niet kwalijk zult nemen.
Wordt vervolgd…