Mazzelpik

Pfff… het was toch spannend, maar gelukkig, het bleef stil op de Dam. Geen schreeuw, geen vlag en geen spandoek. Er mochten “maar” tienduizend mensen komen. Er kwamen er nog geen vijfduizend. Zijn we bang voor terreur of gewoon voor de regen? Wat maakt het uit, het was twee minuten doodstil. Twee minuten waarin je mocht denken aan wie of wat je wilde. In mijn familie is er niemand omgekomen in de oorlog. Er zijn wat ooms aan het werk geweest in Duitsland, maar die kwamen ook weer terug. Er zijn geen verhalen van heldendaden of verzet. Mijn vader was de laatste in ons gezin die in het leger zat. Hij was sergeant in vredestijd. Mijn broers en ik zijn de dans ontsprongen. Ik ken geen mannen of vrouwen in mijn familie of vriendenkring die op missie zijn geweest in Libanon, Joegoslavië of Afghanistan. Ik keek naar de stilte op televisie en dacht aan de mensen in Gaza, Israël en Oekraïne, omdat ik daar bijna dagelijks informatie over krijg via de krant en de televisie. Wat een geluk dat ik in Nederland woon. Ik mag denken, zeggen en doen wat ik wil. Hoe zou dat zijn als je in Rusland, Noord Korea of China geboren bent? Daar bepalen anderen dat voor je. Net als in Afghanistan, Syrië en Saoedi Arabië. In Venezuela, Cuba of Colombia ziet het leven er voor gewone stervelingen volgens mij ook niet al te sprankelend uit. En op het Afrikaanse continent zou ik zo één twee drie geen land weten waar ik wel zou willen wonen. Daar dacht ik allemaal aan. Ik heb geluk gehad dat mijn wieg in Vlaardingen stond. Dat ik ben opgegroeid in een fijn gezin met lieve ouders. Ik mocht studeren, kreeg verkering met één van de leukste meisjes van de stad en zij wilde ook nog met mij trouwen. Ik dacht aan de foto die mijn zoon appte vanaf zijn vakantie adres: Een vrolijke selfie met zijn fantastische vriendin. Vlak voordat de muzikanten het Wilhelmus begonnen te spelen, kwam ik tot de conclusie dat ik een enorme mazzelpik ben.