Het zit er weer op, de twee weken vakantie. Zon, zee en strand aan de Spaanse zuidkust. Lekker hoor. Ik houd ervan. Rustig opstaan, lekker ontbijtje en dan op je badslippertjes naar het strand. Petje op, boekje mee. Zo kom ik de dag wel door. En als je geluk hebt is er in deze tijd van het jaar ook een voetbaltoernooi aan de gang waar onze jongens van Oranje aan deelnemen. U kunt het zich waarschijnlijk niet voorstellen, maar een potje voetbal kijken in het buitenland levert voor mijn vrouw en mij altijd een avondje op om naar uit te kijken. Op welk terras hebben ze een groot scherm staan en waar zenden ze het Nederlands elftal uit? Gaan we in het oranje of is dat riskant? Hoe goed zijn we? Is er een kans dat we verliezen en loop je voor lul na zo’n wedstrijd, in je oranje shirtje? Dit jaar werden we zelfs getrakteerd op twee wedstrijden. We vonden een mooi terras en keken met landgenoten in den vreemde naar onze jongens, die er weer eens niet veel van bakten. Een gelijkspel tegen de Fransen en een roemloze nederlaag tegen het nietige Oostenrijk. “Ober, doe nog maar een biertje.” Ons humeur zal er niet onder lijden. Morgen weer lekker een dagje strand.
“Hoe dieper je gaat, hoe warmer het wordt!”, roept de jongen op een zangerig toontje. Hij is van de herenliefde, dat zie je en dat hoor je. Zijn twee vriendinnen schateren het uit. Vanaf mijn strandbedje bekijk ik het schouwspel en grinnik een beetje mee. Ik moet denken aan dominee Gremdaat, “kent u die uitdrukking? Hoe dieper je gaat, hoe warmer het wordt.” De jongeman is net kopje onder gegaan in de Middellandse Zee en nodigt zijn vriendinnen uit om er ook in te komen. Ze vinden het water veel te koud en blijven in de branding staan.
Wonder boven wonder mag het Nederlands elftal nog een wedstrijdje spelen. Ik hoop dat onze jongens wat dieper zullen gaan en dat wij, als supporters, het daar dan warm van zullen krijgen. Misschien worden we dan wel Europees Kampioen.