Politiek

Op zondag lopen de vrouwen met hun hoedje in een plastic tas door mijn straat. Van de dominee moeten ze dat opzetten als ze de kerk binnengaan. Op maandag fiets ik door een wijk in Schiedam waar de meeste vrouwen in lange gewaden lopen en een hoofddoek dragen. Als een vrouw haar mooie kapsel niet wil laten zien, omdat haar man, de Imam of de dominee dat verbiedt, dan snap ik dat niet en vind ik daar van alles van, maar uiteindelijk moet ze dat lekker zelf weten. Het is verder mijn probleem niet. Bij de PVV denken ze daar anders over. Het hoedje is prima, want het past in onze Joods-christelijke traditie. De hoofddoek past daar niet in. Allemaal niets nieuws.

Wel nieuw is dat er nu PVV-ministers in onze regering zitten. Voordat het zover was zijn zij uitvoerig ondervraagd door de leden van de Tweede Kamer. Er zijn kritische vragen gesteld over belachelijke uitspraken en tweets uit het verleden. Sommigen gingen door het stof of namen uitspraken terug. Klaar en aan het werk, zou je denken. Of je het leuk vindt of niet, er is nu een regering waarin partijen zitten die zijn gekozen door een ruime meerderheid van het Nederlandse volk. Zo werkt democratie. Maar in Den Haag wordt daar toch iets anders tegenaan gekeken. Daar gelden de wetten van de kleuterklas. Iedereen wil het leukst gevonden worden en schreeuwt daarom om aandacht. En dus gaat het tijdens het eerste debat met de nieuwe minister president weer over de hoofddoekjes. Laurens Dassen van splinterpartij Volt slaat hard op de trom en natuurlijk kan Rob Jetten dan niet achterblijven. Iedereen weet dat Geert dan ook van de toren gaat blazen. De kersverse minister Fleur Agema schiet weer in een oude reflex en gooit er op X een jij-bak uit. Het lijkt maar niet tot de botte hersens van veel politici door te dringen dat ze niet gekozen zijn om elkaar af te zeiken, maar om het land een beetje verder te helpen. Ook als je met je partij toevallig niet deelneemt aan een regering.