Mannen en vrouwen zijn gelijk. Wie dat nog durft te beweren na deze Olympische Spelen moet zich onmiddellijk bij de dokter melden. De Nederlandse vrouwen haalden twee keer zoveel medailles op als de mannen. Bij volleybal, waterpolo en handbal deden de mannen helemaal niet mee. Niet goed genoeg. Er is dus een groot verschil tussen de man en de vrouw. Vrouwen winnen vaker dan mannen. Hoe zou dat toch komen? Traint de man niet hard genoeg? Gooit hij er met zijn pet naar. Geeft hij te snel op? Wie het weet mag het zeggen. Misschien is de internationale concurrentie bij de mannen wel sterker. Dat zou kunnen. Maar waarom zijn die buitenlandse mannen dan zo goed? Of zijn die vrouwen daar zo slecht? Zijn wij, Nederlandse mannen, gewoon slapzakken? Vinden wij het al gauw goed? Ja voetballen, dat kunnen wij beter dan de vrouwen. Als je er een goede boterham mee kan verdienen, dan wil de man wel een stapje harder lopen. Denksporten, daar zijn wij mannen ook altijd beter in. Schaken, bijvoorbeeld. Of wat dacht u van darten. De sport waar rekenvaardigheid, concentratie en fijne motoriek samenkomen. Als die sport toch eens Olympisch zou worden…
Nu ik er zo over nadenk, zou het wel eens zo kunnen zijn dat het brein van de Nederlandse man het sportsucces in de weg zit. Wij hebben wel iets anders te doen dan elke dag maar weer dat trainingspak aantrekken. Wij zijn bezig het land draaiende te houden. Huizen, wegen en bruggen bouwen. Zorgen dat ons leger klaar is om de Russen tegen te houden. De president van de Nederlandsche Bank is niet voor niets een man. Leuk dat sporten en al die medailles, maar er moet wel brood op de plank. Wij voelen die verantwoordelijkheid. Dat is het grote verschil tussen mannen en vrouwen.
Maar… in Amsterdam, Utrecht en binnenkort ook in Rotterdam, is de burgemeester een vrouw. Het is een kwestie van tijd dat er een vrouw de sleutel van het Torentje krijgt. Mannen van Nederland, laten we het maar gewoon toegeven. Mannen en vrouwen zijn niet gelijk. Vrouwen zijn in alles beter.