Praatjes

Elke week een praatje van Roon.

Vlaardingen

Vlaardingen was vroeger trost op de haringvloot. Regelmatig brachten de Vlaardingse vissers als eerste de nieuwe haring aan land en gaven daarmee de schippers uit Scheveningen het nakijken. Die tijden liggen inmiddels ver achter ons. De loggers maakten plaats voor industrie en vieze lucht. Halverwege de vorige eeuw werd er in Vlaardingen zeep, boter en kunstmest gemaakt. In dat Vlaardingen groeide ik op. Er werd een mooi winkelcentrum gebouwd waar V&D, C&A en de Hema zich maar al te graag vestigden. De eerste twee hebben de deuren al een tijd geleden weer gesloten en het vermaarde laboratorium van Unilever verhuisde naar Wageningen. De lucht is inmiddels een stuk schoner, maar Vlaardingen ligt er wel een beetje verloren bij tussen Rotterdam en de Noordzee. Af en toe wordt de stad nog genoemd op de radio, bij de verkeersinformatie: “langzaam rijdend en stilstaand verkeer tussen Vlaardingen en Rotterdam voor het Kethelplein”. Met onze loodgieter haalden we vorig jaar regelmatig het Achtuurjournaal. Nee, er is niet zoveel om over op te scheppen.

Een paar weken geleden was Vlaardingen weer eens te zien op de landelijke televisie. Dit keer geen bommetjes, maar een mooie uitzending van Andere Tijden over de Palestijnse gastarbeiders die in de jaren zestig bij de margarinefabriek Romi in Vlaardingen kwamen werken. En warempel, afgelopen week weer een documentaire op NPO2: “Een Oekraïens dorp in Vlaardingen”. Je zag hoe in recordtijd een woonwijk uit de grond werd gestampt om 1000 Oekraïense vluchtelingen op te vangen. Natuurlijk kwamen er ook een aantal zuurpruimen aan het woord die vonden dat er ook wel eens wat gedaan kon worden voor de huisvesting van onze eigen jeugd, maar uiteindelijk zag ik mijn stad toch van een mooie kant. Kijk deze NPOdoc vooral nog eens terug, al was het alleen maar om die stoere Oekraïense man aan het einde van de uitzending. Hij zong een prachtig Oekraïens lied. Ik heb de tekst van het refrein opgeschreven: “Het leven kent geen weg terug. Geloof in de droom en ga op weg.” Dat is toch mooi? Stiekem hoop ik dat hij zijn weg in Vlaardingen gaat vinden.

Op de fiets

Zoals u wellicht weet, ben ik een principieel tegenstander. Voor mij geen fiets met een motortje. Elektrische fietsen zijn voor watjes. Ik gebruik mijn spieren om vooruit te komen. Harde wind? Nou en… De versnelling een tandje lichter en gaan met die banaan. Bijkomend voordeel van zo’n ouderwetse fiets is, dat je geen tijd en geld hoeft te investeren in de sportschool.

Afgelopen maandag raasde storm Floriane  over ons land. ’s Morgens had ik de wind in de rug. Met twee vingers in de neus tikte ik de vijfentwintig kilometer per uur aan en dat gewoon een half uur lang. De “loosers” op hun elektrische fietsen hadden moeite om mij te passeren. Maar Floriane blijkt een naar type. Het zat haar kennelijk niet lekker dat ik zo weinig last van haar had en dus hield ze vol, tot het einde van de dag.

Als ik na een dag werken naar het station wandel is de wind bepaald nog niet gaan liggen. In de loop van de dag zijn er bovendien felle winterse buien het land binnengetrokken. De treinreis duurt langer dan normaal, omdat hier en daar wat bovenleidingen gesneuveld zijn. In de fietsenstalling hijs ik mij in het regenpak, want er bestaat geen slecht weer, alleen slechte kleding, leert de reclame van Bever mij. Met de striemende regen in mijn gezicht ploeter ik, krom gebogen over mijn stuur, tegen de wind in. Ondertussen word ik gepasseerd door keurige dames die rechtop op de fiets zitten en geen enkele moeite hebben met Floriane. Mijn handschoenen kunnen de regen niet meer aan. Zij doen niet meer wat ze moeten doen; mijn handen warm houden. Mijn vingers verliezen het gevoel en ik ben pas op de helft. Ik schakel nog maar een tandje terug, waardoor mijn helletocht nog langer zal gaan duren. Eenmaal thuis zal ik mij weer mens voelen, maar zover is het lang nog niet. Mijn sokken beginnen nu ook nat te worden. Terwijl ik weer gepasseerd word door zo’n vriendin van Floriane op haar e-bike, vraag ik mij af wie hier nou de looser is, zij of ik?

Vuurwerk

Dit schreef ik vorig jaar op 7 januari op deze plek:

“De politie vraagt erom, de brandweer en het ambulancepersoneel ook. De plastisch chirurgen willen het, de oogartsen willen het en de burgemeesters willen het ook, net als alle honden- en poezenbaasjes. Een vuurwerkverbod rondom de jaarwisseling. Gewoon een landelijk verbod op de verkoop en het gebruik van vuurwerk. Het is de wens van heel veel Nederlanders. Loop je met een rotje of een vuurpijl op straat, dan krijg je een bekeuring. Het maakt niet uit of het een piraatje is of een cobra, je gaat op de bon. Elk jaar vertelt de nieuwslezer dat er iemand is overleden door een ongeluk met zwaar vuurwerk en dat er weer handen en ogen weggeslagen zijn. Op Nieuwjaarsdag staan de dames en heren politici in de rij om schande te spreken van het geweld tegen politie en hulpverleners. Maar als de baas van de Amsterdamse politie vraagt om zijn mensen een beetje te helpen met een vuurwerkverbod, dan geven ze in Den Haag niet thuis. Minister van Justitie, Dilan Yesilgöz, vindt dat ze ook rekening moet houden met de mensen die zich bij het afsteken van het vuurwerk wel aan de regels houden. En onze nieuwe grote leider, Geert Wilders, weet te melden dat er harder moet worden opgetreden tegen het “tuig” dat verantwoordelijk is voor aanvallen op agenten en hulpverleners.”

Het is dit jaar weer precies hetzelfde liedje. Het enige verschil is dat de minister van Justitie nu Van Weel heet en dat Geert Wilders wijselijk zijn mond houdt, omdat hij diep van binnen waarschijnlijk ook wel weet dat de enige oplossing een verbod is. Maar hij weet ook dat hij met die mening geen punten scoort bij zijn achterban en dat is waar het bij hem en de meeste politici om gaat. Van echte leiders mag je toch verwachten dat ze er alles aan doen om doden en gewonden te voorkomen. Helaas kiezen onze leiders ervoor om niets te doen. 

Ik ben benieuwd of u dit Praatje volgend jaar weer te lezen krijgt. Ik ben bang van wel.

Het is een vak

De Top 2000 is al dik over de helft. We zijn op weg naar Bohemian Rhapsody. Een paar weken geleden zijn ze bij de televisie al begonnen om ons op te warmen met de Top 2000 Quiz en sinds deze week kunnen we weer elke avond genieten van de Top 2000 a gogo. Voor mensen zoals ik, die nog naar dat ouderwetse medium kijken, voelt het als een vertrouwde afsluiting van het jaar. Maar het gevoel is anders dan anders. Ik herinner mij dat het vorig jaar toch een beetje tegenviel en het is er niet beter op geworden. De Quiz wordt gepresenteerd door Thomas van Luyn, een grappenmaker die zijn best doet als quizmaster, maar het niet is. Ik heb een paar afleveringen gemist en dat was helemaal niet erg. Bij de Top 2000 a gogo verschijnen bekende Nederlanders, zie ik leuke clipjes en vertelt Leo Blokhuis fijne verhaaltjes uit de muziekwereld. Diederik Ebbinge presenteert het programma tegenwoordig. Diederik was geniaal in zijn rol als directeur van een basisschool, maar het lukt hem maar niet om mij Matthijs van Nieuwkerk te laten vergeten. Het bordkartonnen café op het Mediapark is het café niet meer. Bij de Commerciëlen proberen ze natuurlijk ook een graantje mee te pikken. Op SBS6 presenteert Johnny de Mol zijn Top 4000 Muziekquiz. Ik houd sowieso niet zo van namaak, maar bij het promootje met Johnny haak ik al af. Ik trek die man niet. Waar is Matthijs als je hem nodig hebt? Hij was ons beloofd tijdens de Olympische Spelen in Parijs, maar we kregen Umberto Tan. Jammer. Niemand is onmisbaar, dat weet ik ook wel en persoonsverheerlijking kan gevaarlijk zijn, maar sommige mensen zijn nu eenmaal beter in hun vak dan anderen. Sorry Thomas, Diederik en Johnny. Een van mijn favoriete bandjes, De Dijk, staat met het nummer “Als ze er niet is” op nummer 239 in de lijst. Vrij naar De Dijk, zou ik willen zeggen: Een land weet pas wat het mist als Matthijs er niet is.

Kerst 2024

De vuurwerkbommen worden steeds zwaarder. In Den Haag werd een complete portiekflat weggeblazen en vielen zes doden. In Duitsland zaait een zieke geest voor de zoveelste keer dood en verderf op een kerstmarkt. In Syrië groeit de vrees dat de bevrijders de nieuwe onderdrukkers worden. “Poetin belooft veel grotere verwoestingen in Oekraïne na aanval tegen Russische stad Kazan”, is de kop van een artikel in de app van het AD.

“Nee hè, niet weer over al die ellende in de wereld. Het is bijna Kerst. Is er niets leukers om over te schrijven? Twee weken geleden heb je het er ook al over gehad. Nu weten we het wel.” Ik spreek mijzelf streng toe. En ik heb gelijk, al zeg ik het zelf. “En waag het niet om over Feyenoord te beginnen, want dat verhaal kennen we nu ook wel.” Oké, oké… rustig maar.  Ik zeg al niets meer.

Ik wens jullie allemaal hele fijne Kerstdagen!

De geen-huis-arts

“Ik ruik alweer zo’n wietlucht. Het lijkt Amsterdam wel.” “En wat dacht je van al die zwervers. Dat worden er ook steeds meer.” Mijn vrouw en ik zijn kerstcadeautjes aan het kopen in het centrum van Rotterdam. Op de pantoffels na, zijn we leuk geslaagd. Het valt ons op dat er veel rare onverzorgde types rondlopen. Sommigen zijn aan het bedelen, anderen lopen hardop tegen zichzelf te kletsen of zitten stil in een hoekje te proberen zich een beetje warm te houden. Als we in de metro terug naar huis zitten stapt een man in die met een kartonnen bekertje door het gangpad begint te lopen. Ik stoot mijn vrouw aan: “Dat is die gozer die altijd beneden aan de trap van station Schiedam stond.” Ik heb hem al een tijd niet meer gezien. Waarschijnlijk is hij vakkundig weggejaagd door de handhavers. Van een man drie stoelen voor ons krijgt hij wat munten in zijn bekertje en het vriendelijke verzoek om er geen alcohol van te gaan kopen. Het geeft ons de gelegenheid om naar wat los geld te zoeken. De munt van twee euro leveren mijn vrouw en mij een glimlach en boks op.

Een paar dagen later lees ik het verhaal van Michelle van Tongerloo. Zij is huisarts in Rotterdam en één dag in de week is ze “geen-huis-arts”. Op die dag behandelt ze mensen die op straat leven. Ze leert mij dat mensen vaak niet op straat belanden omdat ze verslaafd zijn, maar dat ze drugs gebruiken omdat ze op straat moeten overleven. De drugs verdoven. Van Tongerloo loopt in haar werk op tegen verstikkende protocollen en de zorg als verdienmodel. Ze schrijft er columns over in De Correspondent en heeft net een boek gepubliceerd; Komt een land bij de dokter. Misschien een aardig cadeautje in plaats van pantoffels. Een jaar geleden heeft zij de stichting Lekker Geven opgericht. De stichting helpt waar het het hardst nodig is en omzeilt “ons compleet dichtgetimmerde bekrompen zorgsysteem”. Als ik een kijkje neem op de website www.lekkergeven.nl zie ik allemaal potjes waar je aan kunt doneren. Dat wordt nog moeilijk kiezen.  

De wereld draait door

Sinterklaas is vertrokken en de kerstboom is opgetuigd. We kunnen aan het laatste stukje beginnen. Nog drie weken. Queen staat weer op nummer één in de Top 2000. Dat is een geruststellende gedachte. De winkelstraten zijn feestelijk verlicht, de tuincentra pakken uit en steden proberen elkaar te overtoepen met de gezelligste kerstmarkt van het land. Buiten is het guur en nat. Alles is zoals het de laatste jaren was. Niets nieuws onder de zon.

In Den Haag was een enorme explosie met doden en gewonden als gevolg. Was het een ongeluk of  is er meer aan de hand? In Oekraïne zijn de energiecentrales weer platgebombardeerd. In Syrië lijkt het regime van Assad te zijn gevallen, maar wat zijn het voor lui die de macht daar nu overnemen? Heeft Poetin nog wat bommen over om zijn vriend Assad te helpen? Misschien heeft hij plannen voor een cyberaanval om het Westen dwars te zitten. Zorg daarom voor een noodpakket met contant geld, water en batterijen, adviseert onze regering. Al die ellende hoort ook bij de laatste weken van het jaar. Zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar. Elk jaar kun je er hetzelfde stukje over schrijven. Het enige wat je moet doen is soms wat namen aanpassen, maar verder lijkt er niet veel te veranderen.  

Ik ben de dag heerlijk begonnen met een kop koffie en de krant. Nu zit ik dit stukje te tikken met de verwarming op 20 en een Spotify-muziekje op de achtergrond. Mijn vrouw en ik gaan straks lekker eten bij onze zoon en zijn vriendin. Tweede Kerstdag staat ook al in de agenda bij ons vieren. Dat wordt vast een gezellige dag. We zullen het ongetwijfeld over de streken van Trump gaan hebben en over de amateurs die ons eigen land aan het besturen zijn. Misschien komt de klimaatcrisis ook nog wel aan bod. Maar wij gaan de problemen niet oplossen. Die zijn veel te groot. De wereld zal volgend jaar doordraaien met rampen, oorlogen en halve gare machthebbers. En ik realiseer mij dat ik verdomde mazzel heb, dat ik precies op het goede stukje mag meedraaien.   

O.L.M.

Afgelopen vrijdag zag ik een interview met Mart Smeets. De oude gepensioneerde pedante sportverslaggever van weleer heeft zijn zoveelste sportboek geschreven en dat moet gepromoot worden. Ik zat er helemaal klaar voor. Dat wordt weer lekker een minuut of tien ergeren. Maar Mart was Mart niet meer. Hij was niet meer die zure oude betweter. Mart was vriendelijk en betuigde spijt van zijn arrogante optreden van vorig jaar bij Coen Verbraak, toen hem gevraagd werd naar de misstanden bij Studio Sport. Zou hij na dat TV optreden gecorrigeerd zijn door zijn kinderen? “Pa, doe nou eens normaal. Zo kennen wij jou helemaal niet”. Natuurlijk zal hij eerst ontkent hebben dat hij zich helemaal verkeerd gedragen had, maar ’s avonds in zijn bed heeft hij er vast nog eens over nagedacht. “Misschien hebben ze ook wel gelijk. Ik moet niet meer zo raar reageren.” Zo gaat het met oude mannen. Ik spreek uit ervaring. Mart belde daarna met Coen Verbraak, bood zijn excuses aan en ging een tijdje op de blaren zitten, vertelde hij aan Carrie. En daarmee was hij ineens weer die leuke sportverslaggever van vroeger. Aan het einde van het interview fietste hij er ook nog even zijn liefde voor de muziek in. Daar maakt hij elke week een programaatje over, vertelde hij nog net voordat de band ging spelen. OLM heet dat programma. Oude Lullen Muziek. En daar vonden Mart en ik elkaar weer.

Die zaterdag genoot ik met een goede vriend van mijn leeftijd in Rotterdam van een tribute festival. Er traden bandjes op die de rockmuziek uit de jaren zeventig en tachtig vertolkten. De eerste band die wij zagen deed Deep Purple na. En dat deden ze verdraaid goed. Daarna zagen we immitaties van o.a. Queen, Bon Jovi en Iron Maiden. We dronken een biertje en aten een frietje en ik voelde mij weer die jonge god met die wapperende haren. Tijdens het plassen keek ik eens om mij heen en daarna keek ik mijzelf in de spiegel aan. Het was duidelijk. Ik ben op een OLM festival en daar hoor ik helemaal thuis.

Sterke leiders

Het Internationaal Strafhof in Den Haag heeft een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen Benjamin Netanyahu, de premier van Israël. Schande, vindt de premier. Hij snapt werkelijk niet wat hij verkeerd gedaan heeft. Hoezo oorlogsmisdaden? Hoezo misdaden tegen de menselijkheid? Viktor Orbán, de baas van Hongarije, heeft Netanyahu meteen uitgenodigd voor een bezoekje aan zijn land. Waarschijnlijk hoopt Viktor nog wat te leren van zijn vriend Benjamin. Orbán liet de wereld ook luid en duidelijk weten dat de premier zich in Hongarije geen zorgen hoeft te maken. Hij zal beslist niet gearresteerd worden. Sterke leiders trekken zich niets aan van rechters. Als je het aan de Russische leider Vladimir Poetin vraagt, dan moeten de rechters zich vooral iets aantrekken van de president. Poetin weet namelijk wat goed is voor de mensen en wie het daar niet mee eens is dient te worden veroordeeld of uit het raam gekieperd te worden. De nieuwe president van de Verenigde Staten, Donald Trump, kan deze daadkracht wel waarderen. Hij heeft respect voor mannen zoals Poetin, die overtuigd zijn van hun eigen gelijk. Dat is hij namelijk zelf ook. Nog voordat hij begonnen is, vindt Donald Trump zichzelf al de beste president die het land ooit gehad heeft. Alle sterke leiders in de wereld blijken te lijden aan een ultieme vorm van narcisme. Het draait bij die mannen maar om één ding: De sterke leider. Ook in Nederland lopen mannen rond die natte dromen krijgen als ze voor het slapen gaan nog even in de spiegel hebben gekeken. U denkt dan natuurlijk meteen aan Geert Wilders. Net als zijn vriend Viktor Orbán, trekt hij zich het liefst niets aan van rechterlijke uitspraken. Maar vlak ook zijn tegenpool, Frans Timmermans, niet uit. Afgelopen zaterdag waarschuwde hij voor de ondergang van Nederland. “Links staat voor de grootste opdracht sinds de Tweede Wereldoorlog.” Frans weet ook dat je zonder een flinke dosis demagogie niet ver komt. Het is een treurig schouwspel, al die mannen die bezig zijn met hun wedstrijdjes verplassen. Gelukkig kun je de leiders in ons eigen land niet echt sterk noemen. Dat vind ik dan weer een geruststellende gedachte.   

Kunstenaars

Volledig in het zwart gekleed zit hij in de hoek van zijn stand een beetje somber voor zich uit te kijken. Het is pas twaalf uur. Het idee dat hij nog een uur of vijf moet, maakt hem er niet vrolijker op. Ik ben in de Evenementenhal in Gorinchem. Hier vinden de Nationale Kunstdagen plaats. “Kunst in alle kleuren, vormen en maten!” staat voorop de catalogus. En zo is het ook. Kunstkijken vind ik leuk en inspirerend, maar misschien nog wel leuker is het kijken naar de kunstenaars. Je hoort wel eens dat baasjes op hun huisdier lijken. Het valt mij op dat die stelling ook opgaat in de kunst. Ik zie nogal wat kunstenaars die een opvallende gelijkenis vertonen met het werk dat zijn in hun standje tentoonstellen. De sombere man in het zwart zit tussen zijn donkere schilderijen met doodshoofden en kerkhoven. De goed verzorgde sjieke dame blijkt een begenadigd fijnschilder. Sommige kunstenaars zitten wat levenloos voor zich uit te staren. Ze hebben veel geld uitgegeven om een plek op deze kunstbeurs te huren, maar lijken er weinig plezier aan te beleven. Je ziet ze denken “dit is eens en nooit meer. Hoe lang moet ik nog?” Ik snap die houding wel. Vergeleken met de meesterwerken om hen heen ziet hun werk er vlak en een beetje sneu uit. De mooie vrouw met de gulle lach heeft een opvallende glitterjurk aangetrokken. Helemaal in de stijl van haar werk, dat je ook tegemoet schijnt. Ze is enthousiast aan het vertellen over haar schilderijen. Ze trekt mijn aandacht en niet alleen die van mij. Deze kunstenares gaat goede zaken doen. Na een kop koffie en nog een rondje langs al die bijzondere kunstenaars haal ik mijn boeken op. Want daar ben ik tenslotte eigenlijk voor naar Gorinchem gereden. Het JAARBOEK KUNSTENAARS 25 is hier vandaag ten doop gehouden en ik sta daarin met mijn tweeluik “the circle of life”. Samen met kunstenaars als Ted Noten, Ans Markus en Jacques Tange in een prachtig koffietafelboek, daar word ik vrolijk van. En dat wil ik voorlopig zo houden. Voor mij dus geen standje op de kunstbeurs.