Waarom zijn de mondkapjes nog niet verplicht in Nederland, vraagt een boze deskundige zich af op televisie. Die anderhalve meter is buiten echt waanzin, vindt Maurice de Hond, die boos is op de talkshows omdat er een eenzijdig verhaal verteld wordt. Er zijn mensen boos omdat de minister op vakantie gaat. Heel veel mensen zijn nog steeds boos op de zeehelden van vroeger. Anderen zijn weer boos op de mensen die boos zijn op die zeehelden. De NOS deugt niet, de grappen van de grappenmaker zijn fout en de columnist kan zijn mening beter voor zich houden. Er blijkt zelfs een genderneutraal mens boos te zijn op Rottlucht (u weet wel dat leuke bedrijfje van Steef en Roon). “Hoezo is Rottlucht alleen voor echte mannen?”, vroeg deze persoon zich op zijn/haar Instagram account af. Op Twitter is er al bijna helemaal geen vrolijkheid meer te vinden. Alleen maar boze mensen met boze berichten. Het lijkt zo langzamerhand wel of iedereen boos is. Hoe komt dat toch? Het duurde even, maar ineens had ik het door. Het is de sport. De sport die we missen. In het voorjaar mocht Feijenoord de beker niet winnen van Utrecht. AZ mocht geen landskampioen worden ten koste van Ajax. De straten bleven begin juni grauw en grijs. Geen oranje vlaggetje te bekennen. Er viel niets te vieren. Het EK voetbal ging niet door. Wimbledon? Niets van gezien. De Tour de France gaat hopelijk nog door, maar voorlopig doen we het al maanden zonder Tom Dumoulin. We moeten nog minstens een jaar wachten op onze eerst gouden Olympische plak. Dat is toch bijna niet te doen? Niet juichen, niet aanmoedigen, niet zingen. Er is ook niets om je aan te ergeren. De gemiste strafschop, de foute beslissing van de jury, de dopingzondaar. Het was een lang leeg voorjaar en de zomer is bijna niet door te komen. We vervelen ons te pletter. En wat doe je dan? Dan word je boos. Maakt niet uit waarom of op wie. Je wordt gewoon boos. Dat is logisch. Je gaat het pas zien als je het doorhebt, leerde een grote Amsterdamse filosoof mij lang geleden al.