Mijn boerenverstand zegt mij dat het niet goed is voor mijn linker oog als ik dat helemaal niet meer gebruik. Mijn ogen werken op zich nog goed. Het probleem van dubbel zien ligt aan het feit dat de beelden van beide ogen in het brein niet netjes over elkaar gelegd worden. In principe maakt het dan niet uit welk oog je afplakt. En dus vraag ik aan de orthoptist of het niet verstandiger is om die sticker op mijn bril af en toe op het andere glas te plakken. “Nee hoor. Neurologen adviseren nog wel eens om af te wisselen, maar dat is nergens voor nodig”, antwoordt de orthoptist. Zoals u weet, ben ik niet eigenwijs en dus bekijk ik de wereld nu al ruim vier weken slechts door mijn rechter oog.
Afgelopen woensdag mocht ik voor het eerst langskomen bij de dokters in het Erasmus Medisch Centrum. De endocrinoloog legt mij nog maar eens uit dat opereren noodzakelijk is. “Zegt u het maar. Wanneer mag ik mij melden?”. De dokter wijst mij fijntjes op de wachtlijst en denkt dat ik over een paar maanden aan de beurt ben. “Over een paar maanden?”
Na de dokter met de moeilijke naam mag ik meteen door naar de neurochirurg. Hij is een stuk schappelijker en denkt aan een paar weken. Dat duurt wat mij betreft nog te lang, maar goed, het klinkt al een stuk beter. In een poging de wachttijd nog wat te verkorten, vertel ik de chirurg dat het echt doodvermoeiend is om de hele dag met zo’n sticker op je bril te moeten rondlopen. De truc pakt anders uit dan ik had gehoopt. “Als ik u was zou ik die sticker eraf halen en kiezen voor een ooglapje. Dat geeft een rustiger beeld en u kunt het afwisselen. De ene dag voor het linker en de andere dag voor het rechter oog. Dat is echt veel beter.”
Een paar maanden of een paar weken. Eén oog afplakken of afwisselen. Wie moet je nou geloven? Voorlopig kies ik de kant van de chirurg. Hij is toch degene die ik te vriend moet houden.