Vroeger was alles beter. Als er een wolf een omaatje en haar kleindochter opvrat, dan kwam er een jager om zijn pens open te snijden en de onfortuinlijke dames te redden. Vervolgens werd de buik van de wolf volgestopt met stenen, waardoor hij bij de eerste de beste poging om te drinken in de waterput flikkerde en verzoop. Hetzelfde lot verging de wolf die het lef had om zes van de zeven jonge geitjes op te vreten. Korte metten werd er met wolven gemaakt. We weten dit, omdat de gebroeders Grimm dit begin negentiende eeuw hebben vastgelegd voor het nageslacht. En hoe is het nu?
In Brabant loopt sinds kort een wolf die een waar bloedbad heeft aangericht. In een week tijd beet het beest een stuk of zestig schapen dood. Ik zag een schapenhouder op TV. Hij was de wanhoop nabij. Als de wolf honger heeft en hij kiest een schaapje uit om op te peuzelen, alla. Maar deze wolf vertoont maniakaal gedrag. Het is een psychopathische seriemoordenaar. Hij moord om het moorden. De wolf bijt de arme schaapjes de strot af en gaat door naar zijn volgende slachtoffer. De schapenhouder wist wel een oplossing. De kogel. De gebroeders Grimm wisten in hun tijd ook wel raad met dit soort wolven. Maar tijden zijn veranderd. Wij geloven niet meer in sprookjes. Tegenwoordig geloven wij in de natuur. Maar de natuur in ons land is toch ook niet echt? In Nederland hebben we duinen, weilanden en parken. Stadsparken en nationale parken. Prachtig allemaal, maar om daar nou een wolf in te laten rondlopen? Een wolf die dood er verderf zaait. De methoden van de gebroeders Grimm zijn wreed. Doodschieten mag niet. Opsluiten wel. Dat doen we in Nederland met alle moordenaars. Achter de tralies met dat beest! Dat hoeft van mij heus niet in een hok van twee bij twee. De Oostvaardersplassen, daar staat een flink hek omheen. Sneu voor de hertjes, maar goed voor de schaapjes en voor de natuur.