11-05-1935 – 08-05-2022
De zwaan zwemt statig in de stralende zon. De meerkoet duikt aan een stuk door en de karpers sloven zich uit. Ze willen ons laten geloven dat we naar dolfijnen zitten te kijken. Het is Moederdag en we zitten in het zonnetje op het balkon van hospice De Margriet. Mijn lieve schoonmoeder krijgt hier niets meer van mee. Ze ligt aan een morfinepomp te wachten op haar laatste adem. Op youtube hebben we de muziek opgezocht die zij graag tijdens haar uitvaart wil horen. Ze wist dat haar einde eraan kwam. Om haar kinderen een beetje te ontzorgen, heeft ze haar uitvaart al voorbereid.
Twee dagen eerder, toen de morfine haar nog niet helemaal verdoofd had, keek mijn schoonmoeder mij aan. “Ronald, Ronald… “ Haar stem is zacht. “Wat is er ma?” “Toen je moeder overleden is, toen heb ik toch goed voor je gezorgd?” Je hebt van die mensen die altijd eerst aan een ander denken en dan pas aan zichzelf. Zo is mijn schoonmoeder. Een leven met de ziekte van Crohn valt niet mee, maar, ondanks haar eigen fysieke problemen, was ze er voor iedereen die haar nodig had. Altijd. Ze was er voor haar man die veel te vroeg aan kanker overleed. Ze was er voor haar kinderen en kleinkinderen in mooie tijden, maar vooral ook als het moeilijk of verdrietig werd. Ze was er voor haar familie, vriendinnen en buren. Als gastvrouw bezorgde ze de leden van de bejaardensoos gezellige middagen en voor de vrouwenclub was ze een actief bestuurslid. En toch twijfelde ze altijd of ze het wel goed deed. Tot op het allerlaatst. Laat ik het hier dan nog maar één keer luid en duidelijk zeggen: Een lievere, wijze, zorgzame moeder als Ditje Kerdel-Bas kun je je niet wensen. Dankjewel lieve schoonmoeder, dat je de afgelopen vijfentwintig jaar zo goed voor mij gezorgd hebt.