Het Europees kampioenschap voetbal is achter de rug, de Olympische Spelen zijn nog niet begonnen en een week geleden was al duidelijk dat Pogacar de Tour de France zou gaan winnen. Waar moeten we het nog over hebben? De bijtgrage wolf in Leusden, de raketten die maar door de lucht blijven vliegen in het Midden Oosten en boven Oekraïne of de software update waardoor de halve wereld plat kwam te liggen? Wordt het Donald Trump, Joe Biden of toveren de Democraten toch nog een winnaar uit de hoge hoed? Laten we het over het weer hebben. Het waren twee fantastische dagen. Precies op het moment dat de laatste regio ook met de zomervakantie begon, brak in Nederland de zon door. Heerlijk! Jammer voor al die mensen die net in een volgepakte auto in de file stonden met jengelende kinderen op de achterbank. Ik hoop dat ze veilig zijn aangekomen in het zonnige Zuiden, want hier is het alweer voorbij. In Brabant zijn de straten voor de zoveelste keer ondergelopen en bomen omgewaaid. Regen, alsof we daar nog niet genoeg van gehad hebben. De boeren klagen steen en been. In het voorjaar moesten ze het zaaien, planten en poten van gewassen steeds maar uitgestellen vanwege de zompige grond. En voor stadsmensen, zoals ik, was het ook geen pretje. Steeds maar weer dat regenpak aan, voordat ik op de fiets kon stappen. Zou het nog wat worden deze zomer? Ik mag toch hopen dat we de komende weken nog een paar weekendjes lekker in onze korte broek of zonnejurk op een terrasje kunnen genieten van een kouwe klets of een rosétje. Een paar dagen echt strandweer is toch niet teveel gevraagd? Gelukkig is Frans Timmermans met vakantie, anders had hij ons de schuld gegeven van het slechte weer. Klimaatverandering hè. Daar weet Frans alles van. Maar ach, wat zit ik nou te klagen. Het komt vast goed. We hebben nog tijd genoeg voor een mooie zomer. Als het maar niet zo bloedheet wordt dat we de tuin niet meer mogen sproeien en de auto niet meer in het sop mag.