De hoogste bazen van de politie en de brandweer zeggen het. De dokters en specialisten ook. De burgemeesters vragen erom. Mijn schoonmoeder zegt dat ze nog een paar boodschapjes moet doen, maar dat ze de straat niet op durft. “Het lijkt wel oorlog hier.” Meer dan de helft van Nederland is het erover eens. De woordvoerder van de VVD, mevrouw Yesilgöz, wil het wel, maar mag het niet zeggen. Hetzelfde geldt voor de Lilian Helder, justitie woordvoerder van de PVV. We moeten het afsteken van vuurwerk tijdens Oud en Nieuw verbieden. Het is gierend uit de klauwen gelopen. Geert Wilders en Thierry Baudet hebben altijd het hoogste woord over cultuur en tradities, maar als het over vuurwerk gaat, kunnen ze de twitterknop niet vinden. Heel apart. Minister van Justitie en Veiligheid, Ferdinand Grapperhaus, plaatste op 31 december nog wel een tweet: “Viering van de jaarwisseling is een oude traditie. Brandstichting, vernieling, intimidatie of geweld horen daar totaal niet bij. Wie zich er toch aan te buiten gaat, kan op forse straffen en schadeclaims rekenen. Gebruik je verstand, zodat we morgen terugkijken op een mooi feest.” Het heeft niet geholpen. Ergens in de kantlijn roepen nog wat politici dat ouders hun kinderen beter moeten opvoeden. Te laat. Vraag het aan het ambulancepersoneel, de uitvaartbegeleider, mijn schoonmoeder. Vraag het aan de doeners in dit land. Als er doden en gewonden vallen, dan moeten de leiders opstaan. Dan moet je besluiten nemen. Dan moet je niet nadenken over verkiezingen en opiniepeilingen. Minister Grapperhaus moet met een wet komen die het afsteken van vuurwerk zonder vergunning verbied. Als je eigen partijgenoten of de minister president daar te laf voor zijn en uitstelgedrag gaan vertonen, dan moet je opstappen. Dan ben je een leider.