Mark

Mark wilde nog wel door. Stoppen met de eindstreep in zicht, dat was zijn eer te na. Hij heeft zitten piekeren, vrienden gebeld en journalisten gepeild. Hij kon natuurlijk de corona kaart spelen. In een crisis als deze mag je het land niet in de steek laten. Maar het rapport was wel heel serieus. Hij heeft er aan gedacht om een minister of staatsecretaris te offeren. Maar wie dan? En zou dat de kou uit de lucht halen? Voor de vorm, deed hij afgelopen vrijdag nog een poging in de ministerraad. Maar de meesten waren er wel klaar mee. Ze waren ook moe en er viel niet zoveel meer te halen. “Over vier weken begint het verkiezingsreces, dan kunnen we er net zo goed meteen mee stoppen”, zou Arie geroepen hebben. Hij zag er enorm tegenop om weer te moeten uitleggen dat de scholen toch nog langer dicht moesten blijven. Erik had er al helemaal geen zin meer in. Dat gezeur van die Groningers over die bevinkjes! Hij had er toch zeker voor gezorgd dat de gaskraan dicht ging? Wat zitten ze dan nog te zeiken? En dan dat hele gedoe met die kindertoeslag. Was dat soms ook allemaal zijn schuld? Ferd kon niets goeds meer doen, nadat hij een arm om de schouder van zijn schoonmoeder had gelegd. Carola had ook alleen nog maar ruzie met de boeren en Kasja zat zich al heel lang af te vragen wat ze nu eigenlijk nog zat te doen in Den Haag. Mark hoorde het allemaal aan en viel nog een keer uit naar zijn ploeg. Hij vond het enorm tegenvallen, maar het was hem duidelijk. Hij zou naar de koning gaan en dan zou hij het de laatste weken wel in zijn eentje doen. “Ho, ho”, riep Hugo, “ik kan ook niet stoppen hè. Corona weet je nog?” Mark wist al lang dat het zo zou aflopen. Hij had zijn fiets al klaar gezet. De beveiliging had nog tegengestribbeld. “Met de auto naar het paleis is voor ons veel handiger”, maar Mark dacht al aan Rutte IV. Op de fiets is een stuk beter voor het plaatje.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *