De Kale man heeft het ook niet makkelijk. Een bloot hoofd is gevoelig, er zit geen bescherming op, geen isolatie, helemaal niets. Zodra de kale man de deur uit gaat, is hij één met de natuur. En daar zit hem het probleem. Ik spreek uit ervaring. Ik houd daarom niet van de natuur. Ik ben meer van de frituur, maar dit terzijde. De natuur op TV, prima, hartstikke mooi. Tijdens een ontspannen vakantie is de natuur ook nog wel te verdragen, maar in het dagelijks bestaan is het vaak een kwelling voor mij, als man met kale kop. De meeste mensen genieten in de zomer van het zonnetje. Hoe heter hoe beter. Ik moet een pet opzetten of een paar keer per dag het bolletje insmeren. Doe ik dat niet, dan is het leed niet te overzien. Een rode en kloppende harses waar na een paar dagen de vellen bij hangen. De winter is ook al geen pretje. Onderzoek heeft aangetoond, dat de meeste warmte ons lichaam via het hoofd verlaat. Daarom heeft moeder natuur er haar op laten groeien, dat houdt de boel lekker warm. Zodra de temperatuur onder nul begint te zakken, mis ik dat isolatielaagje en moet ik met rare surrogaten aan de slag. Ik ben al niet de knapste, maar de muts of de pet maken het er niet beter op. Een hagelbuitje is voor normale mensen vervelend, maar een marteling voor de man zonder haar op zijn kop.
Aan het einde van de zomer wordt het pas echt horror. Binnenblijven is het beste, maar geen optie. Het zijn de spinnen die de het plezier van de nazomer kompleet vergallen. De beestjes zelf kan ik nog wel hebben, maar de breiwerkjes die zij overal produceren, daar kan ik slecht tegen. Ze gebruiken de bomen en struiken in de berm van het fietspad om hun ragfijne draden te lanceren. Als ik ’s avonds moe van het werk naar huis fiets, vang ik er meestal een stuk of twee, drie op met mijn kale knar. De berm van het fietspad zou je met een beetje fantasie nog als natuur kunnen ervaren, maar mijn tuin en aangrenzende steeg mogen deze titel echt niet dragen. Daar heb ik flink mijn best voor gedaan. En toch is dit geen belemmering voor de spin. De kleine kwelgeesten werken zich elke nacht een slag in de rondte om bij ochtendgloren hun webben klaar te hebben. En natuurlijk loop ik er dan met mijn slaperige hoofd dwars doorheen.
Moeder natuur doet haar best, maar een fijne relatie heb ik niet met haar.