Ongemak

Een weekje werken op Curaçao is geen straf. Zeker niet als je vrouw ook mee mag en je na het werk dus samen heerlijk een terrasje kunt pikken. Niets te klagen, zou je denken. Mis.

De twee mannen in de vertrekhal vallen op. Ze gaan duidelijk niet op zakenreis. Trainingsbroek en badslippers. Vlak voordat we mogen instappen komt één van de twee nog vrolijk aangestiefeld met twee grote glazen bier waar de helft overheen klotst. Als we na een klein uurtje allemaal zijn ingestapt, heet de gezagvoerder ons welkom en meldt dat we enig oponthoud hebben. Er zijn twee heren geweigerd, omdat ze in kennelijke staat waren. De koffers van de twee moeten weer uit het ruim. Dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan in een tijd met personeelstekort bij de bagage-afhandeling. Na een uur wachten in een vol vliegtuig taxiën we dan toch naar de Kaagbaan. Mijn vrouw en ik zijn gescheiden door een gangpad. Naast mij zit een dikke man. Naast mijn vrouw eveneens een fors type die de hele reis wijdbeens zit, waardoor het knietje vrijen bijkans onvermijdelijk is. Dikke mensen in te krappe stoelen geven ongemak. De arm van de man naast mij steekt ver over onze gemeenschappelijke stoelleuning. Maar ja, zeg er maar eens wat van. Halverwege de reis gaat de leuning omhoog, waardoor mijn zitcomfort alleen maar minder wordt. Als het lampje “stoelriemen vast” uit gaat, lijkt dit het startsein voor het piesen en poepen. Gedurende de hele vlucht staat er een rijtje voor de WC. Eén keer sluit ik aan voor een plasje. De grote boodschap bewaar ik voor later, wat uiteindelijk niet goed blijkt voor mijn algehele welbevinden. Tijdens zo’n lange reis wordt er ook een warme maaltijd geserveerd. Aardappeltjes met groente en kip of een vegetarische pasta. “Doe mij maar de kip.” Als ik het plastic van het bakje aftrek liggen daar vier brokjes gepaneerde kip, een hoopje slappe gebakken aardappelschijfjes en twee stronkjes snotterige broccoli. Hiermee vergeleken valt een Big Mac in de categorie haute cuisine. Met een houten reet en een duffe kop zetten we, na ruim tien uur, voet op Curaçaose bodem. Je zult mij niet horen klagen.