Er is sprake van een win-win situatie. Zoon heeft het ouderlijk huis verlaten en kan zijn vleugels uitslaan zonder last te hebben van twee bezorgde ouders die continu over zijn schouder meekijken. Mijn vrouw en ik hebben er ongeveer twintig vierkante meter vrij besteedbare ruimte bij gekregen. Voor de zekerheid hebben we zijn kamer nog even leeg laten staan, maar het lijkt erop dat hij alleen nog af en toe terug komt voor een voedzame maaltijd of een gezellig babbeltje, met koffie of een biertje. En dus heb ik mijn schildersezel afgestoft. Hij staat mooi in de voormalige kinderkamer. Het raam op het noorden. Zo hoort dat in een goed atelier. Ik vrees dat er voorlopig nog geen leeg doek op de ezel komt te staan. Tijdgebrek. Elke week een praatje, dat lukt nog wel, maar een olieverfschilderij, dat is andere koek. En toch blijk ik een aardige collectie opgebouwd te hebben. Ik kwam daar achter toen ik laatst een koffer van zolder moest halen. Allemachtig. Overal liggen werkjes van mijzelf. Bij het licht van de looplamp zagen ze er nog best aardig uit ook, al zeg ik het zelf. Zonde eigenlijk dat het hier maar ligt te verstoffen, onttrokken aan het zicht van de wereld. Ik moet er iets mee doen, dacht ik daar in mijn eentje op die stoffige zolder.
Zoals ik u een tijdje geleden vertelde zit ik inmiddels ook op instagram. Mijn zoon, die wel van deze tijd is, vertelde mij dat dat medium vooral voor plaatjes is. En mijn zolder ligt dus vol met plaatjes. Eén en één is twee. Elke week een werkje van Roon op de ezel en dan een fotootje op instagram. “Ik zit gelukkig niet op instagram”, zegt u? Dan heeft u pech, want meneer Instagram heeft een knopje gemaakt dat je aan kunt zetten, zodat het plaatje ook op facebook verschijnt. Komt er tot uw verrassing dan toch een keer iets langs, waarvan u zegt “Dat is nog best aardig, voor een amateurtje”, neem gerust contact op. Je weet maar nooit hoe het loopt. Die werkjes van die jongen van Van Gogh waren in zijn eigen tijd ook niets waard. Moet je nu eens kijken.