“Waarom krijg ik die foto’s nou niet op mijn scherm? Oh, ze zijn al verstuurd naar het EMC, zie ik. Maar dan moet ik ze toch ook nog kunnen zien?” Ik zit aan het bureau van een vriendelijke dame. Zij is de internist die mij uitgenodigd heeft om de uitslag van de mri-scan toe te lichten. “vrouwen en computers…” denk ik bij mijzelf. Ik zeg uiteraard niets. De glimlach op mijn gezicht zou mijn gedachte kunnen verraden, maar de internist heeft alleen oog voor haar scherm. “Ja, daar zijn ze!” Ze draait het scherm een beetje naar mij toe en toont verschillende plaatjes en legt uit wat er te zien is. Wat ik al heel lang vermoedde, wordt nu eindelijk bevestigd. Onder mijn schedel zit het barstensvol met grijze hersencellen. Prachtig! Maar ze toont ook een lelijk plekje. “Kijk, dit is de hypofyse. Die is normaal niet zo groot, maar bij u groeit daar een tumor en die drukt tegen de oogzenuw.” In het Erasmus Medisch Centrum kunnen ze dit goed behandelen. De tumor is eigenlijk altijd goedaardig en wordt weggehaald door een operatie via de neus. Ik ga u doorverwijzen.”
Op woensdag 25 oktober mag ik langskomen in het Erasmus Medisch Centrum. Ik word dan verwacht op de Polikliniek endocrinologie tijdens het spreekuur hypofyse. Voorlopig functioneer ik dus nog een paar weken met slecht zicht.
Maandag 16 oktober is het de dag van de witte stok. Gelukkig is deze bijzondere dag voor mij nog niet zo relevant, maar ik hoop wel dat ze daar in Rotterdam een beetje opschieten.