Ja, ja, ik weet het. Ik heb verzaakt. Vorige week stond er geen Praatje op deze plek. O, het was u niet opgevallen? Dan ben ik blij dat u nu wel weer bij de les bent, anders doe ik al die moeite voor niets. Het levert toch al niet veel op. Van duimpjes, schaterlachjes of boze blikken kan je niet leven. Dat is de reden dat ik er nog een baantje naast heb. En daar had ik het dus vorige week druk mee, vandaar dat u niets van mij heeft kunnen lezen. Maar dit terzijde.
De ergste corona-ellende lijken we wel gehad te hebben, maar nu krijgen we weer last van het inflatiespook. De thermostaat moet een graadje lager, bij de benzinepomp loop je leeg en in de supermarkt betaal je de hoofdprijs. Afgelopen week mochten we weer eens naar de stembus, voor een nieuwe gemeenteraad. Het werd geen succes. De helft van het land doet gewoon niet meer mee. Geen interesse. “Ze luisteren toch niet”, is een veel gehoord argument. In Rusland luistert de leider wel heel goed naar zijn volk, zegt hij. En wie dat niet gelooft, is als een vlieg in je mond die moet worden uitgespuugd. Die Poetin is volledig aan het doordraaien. De oorlog wordt steeds gruwelijker en er lijkt voorlopig geen einde aan te komen. Gelukkig was er ook nog goed nieuws. Willem Engel is gearresteerd en Margriet van der Linden is gestopt met haar talkshow. Maar dan krijg je ineens een bak Saharazand over je heen en moet je kiezen: In de file voor de wasstraat of op je vrije zaterdag aan de slag met een emmertje sop om je autootje weer een beetje toonbaar te maken. Op zondag mag Max eindelijk zijn rondjes weer gaan rijden, maar dan stopt zijn auto ermee. De jongens van rood en wit staan op het veld bij de godenzonen in Amsterdam en na twee keer drie kwartier lopen ze er weer af om met nul punten terug naar Rotterdam te rijden. Zo gaat het al jaren. Je raakt eraan gewend. Morgen gaat de zon schijnen. De lente is begonnen.